We vliegen in één ruk terug naar eind 1944. We komen dan in de tijd dat in Schoonbroek nog maar 616 mensen woonden. Dat er nog maar twee straten verhard waren, nl. De Kiezel (Schoolstraat) en de Hesstraat.’t Was de tijd dat pastoor Heylen de geslachten nog zoveel mogelijk gescheiden hield. In de kerk de vrouwen links en de mannen rechts.
Maar eindelijk na 4 jaren van oorlog en bezetting werden we bevrijd. En dit moest natuurlijk gevierd worden. Maar er was nog een andere reden tot feesten. In een klein en oud cafeeke aan de grote baan woonden Janneke en Mieke Van Mechelen-Dockx. Ze waren 60 jaar getrouwd, nog goed gezond en heel gelukkig ! En dus reden tot feesten, en dat werd de aanleiding tot de stichting.
Voor de jubilarissen werd dan een groot feest opgebouwd. Het hoogtepunt daarvan was een stoet waarin zowat het hele leven van de jubilarissen werd uitgebeeld. Alle verenigingen van ’t Janneke en Mieke Van Mechelen-Dockxdorp werden gevraagd hun deel te doen. Maar wat is een stoet zonder muziek? Het feestcomité o.l.v. meester Jonckers besliste dan maar om fanfares te gaan huren. Met deze van Oud-Turnhout, die jaarlijks één van de twee processies kwam opluistern, was de zaak OK, maar slechts één vond men te weinig. Contact werd opgenomen met de “Lindegalm van Retie” en de “Wampengalm van Arendonk” en ookdat kwam voor mekaar. Hun taak zou zijn: meespelen in de stoet en nadien beurtelings optreden op de kiosk en een wandelconcert door het dorp tot in de late avond. Maar om één of andere voor ons onbekende reden, kwamen de fanfares in discussie met elkaar en na iets meer dan een uur na de stoet hoorde men plots geen noot meer klinken. Ze waren met de noorderzon vertrokken. Woede en onmacht, ja, dat was het enige waarmee het bestuur bleef zitten. En dat bleef nazinderen de volgende dagen, er werd meer en meer over gesproken, vooral in de staminees, maar ook meester Jonckers pijnigde zijn hersenen om er een “begin” aan te maken. Tot er ergens in een café een durver zou geroepen hebben: “Allé, wanneer gaan we met een fanfare beginnen?” Die man kreeg al snel sympatisanten en daar werd duidelijk dat het niet onmogelijk zou zijn.
Hierop schoot meester Jonckers in actie. Hij stelde een briefje op voor de bevolking van Schoonbroek met de vraag om op 15 oktober om half acht eens naar de school te komen voor een belangrijke vergadering. De vergadering was een succes. Er werden 2 vragen gesteld. “Zijn jullie bereid om met hart en ziel mee te werken?”, het duurde wel eventjes vooraleer iemand antwoordde met “ja meester,ik wel”. Maar direct daarop en steeds meer en luider kwamen de positieve reacties los, en ook twijfelaars gaven zich rap gewonnen. Dan kwam er uiteraard ook de tweede vraag: “Wie van jullie wil dan spelend lid worden? Steek uw vinger omhoog.” ’t Werd de moeite om ze te tellen. Iets meer dan 60, ouderen zowel als jongeren, staken de vinger op. Onnodig te zeggen dat daar de wieg stond van de Fanfare De Heidegalm.
Die vergadering in ’t oude schoolhuis kan dus als eerste stap tot oprichting genoemd worden. Maar het samenstellen van een bestuur, een administratie en het opstellen van een reglement, was de volgende stap.Meester Jonckers had de mogelijkheden in het dorp eens overzien en kon zo een aantal kandidaat-bestuursleden aanduiden, goed verdeeld over de wijken en het centrum. Ook pastoor Heylen werd gevraagd de taak van proost tewillen opnemen, hetgeen hij na enige twijfel aannam. Maar het kind moest nog gedoopt worden, m.a.w. er moest een naam gevonden worden. In die tijd was ons dorp nog bijna volledig omgeven door bos en heide. Men had er o.a. ’t Heiken (voor Kortijnen), een deel akkerland, genoemd Venhei en ook het Kluitjensheike dat langs de kant van Arselt lag. Met algemene stemmen kreeg de fanfare de mooie naam “HEIDEGALM”. En aldus werd op 22 oktober 1945 de officiële stichting van de fanfare een feit.